Het succes van graphic novels verklaard

Het succes van graphic novels verklaard?

Flip Fiasco, Tom Groot, Bram Botermans, Kapitein Onderbroek, Slimme Rik, Julius Zebra, Silvester, Max Modderman, Max Kruimel, Hannes Hunebed en Nikki Maxwell. Het zijn de namen van de hoofdpersonen uit boeken die al een jaar of tien de bestsellerlijsten én klaslokalen domineren. Al deze boeken hebben iets gemeen: veel plaatjes en afwisselend tekst en stripverhaal. Ze worden graphic novels genoemd en vinden gretig aftrek onder schoolgaande kinderen.

Wat is het succes van deze graphic novels en zijn deze graphic novels goed om het lezen van kinderen te bevorderen?

 

Graphic novels in de klas

Er is geen school in Nederland waar ik niet ben geweest en waar ik de graphic novels van Dav Pilkey (Kapitein Onderboek), Rachel Renée Russell (Dagboek van een Muts), Jeff Kinney (Het Leven van een Loser) en Stephan Pastis (Flip Fiasco) niet ben tegengekomen. Af en toe maak ik zelfs een staartje van een boekbespreking mee en in veel gevallen wordt een van de vele boeken uit de series (elke serie heeft een deel of 5, 10 of zelfs 15) behandeld.

Het lijkt een rage te zijn die maar niet stopt, want de eerste boeken waren al in 2009 een groot succes.

Leerkrachten verzuchten soms dat ze Jacques Vriens en Paul van Loon missen en vragen zich hardop af of deze boeken wel echt bijdragen aan het technisch en begrijpend lezen dat ze voor ogen hadden met een boekbespreking. Daar kom ik straks op terug.

Het leven van een loser

Herkenbare situaties

Wat kenmerkend is aan de graphic novels is dat de meeste (Het Leven van een Loser, Kapitein Onderbroek, Het Dagboek van een Muts, Silvester en Tom Groot in ieder geval) zich afspelen op voor kinderen bekend terrein: thuis en op school, af en toe met een uitstapje. De situaties waarin Bram Botermans verzeilt zijn ook voor veel kinderen herkenbaar: op school niet op zitten letten, ruzie met je beste vriend, onenigheid met ouders, een jonger broertje dat alle aandacht opeist.

Kinderen kunnen zich redelijk vereenzelvigen met de hoofdpersoon, ook omdat die trekjes van hun eigen gedrag vertonen.

 

Alles wordt enorm overdreven

Het is altijd leuk als een situatie overdreven wordt. Zo is het in ieder geval wel in de graphic novels. Flip Fiasco rijdt bijvoorbeeld een ijsbeer een woonkamer in en de held in Kapitein Onderbroek (de norse schooldirecteur) is een overdrijving op zich! Ook de beschrijvingen die Nikki in Dagboek van een Muts geeft zijn erg over de top, maar toveren daardoor wel een glimlach op het gezicht van de lezer. Zonder teveel prijs te geven wordt er door alle schrijvers uitgebreid gebruik gemaakt van de kunst van het overdrijven. En wees eerlijk: wie vindt niet lekker om dat zo nu en dan te doen?

 

Interessante hoofdpersoon

Het overdrijven en de herkenbaarheid vloeien samen in de hoofdpersonen van de boeken. Die zijn namelijk interessant voor kinderen. Bram Botermans uit het Leven van een Loser is eigenlijk een heel naar jongetje, dat alleen maar slecht praat over mensen. Zelfs zijn beste vriend Theo moet het vaak ontgelden. Bram vindt zichzelf helemaal het einde. Waarschijnlijk omdat hij de enige is die dat zo ziet en de lezer ook wel doorheeft dat het leventje van Bram helemaal niet zo geweldig is als hij zelf voor doet komen, maakt het dat de lezers zo met hem meeleven.

Flip Fiasco

Flip Fiasco aan de andere kant is een enorme pechvogel. Hij is een detective, maar alles – echt alles – zit hem tegen. Nooit zal iets vanzelf gaan. En dat maakt het lezen spannend, want je vraagt je bij hem vaak af hóe het mis zal gaan. En toch word je keer op keer weer verrast.

Tot slot even de aandacht naar Julius Zebra (leuke boeken waarin de kracht van graphic novels gecombineerd wordt met humor én historische feiten), want Julius is – zeker vanaf het tweede deel – een vreselijk arrogante zebra. En ondanks die arrogantie maken we graag zijn avonturen mee.

 

Tekst wordt afgewisseld met plaatjes

Tot slot worden de teksten in deze dikke boeken (de meeste zijn dik 200 bladzijden) afgewisseld met plaatjes. Daardoor lees je snel en is er veel variatie in het boek. Kinderen met een korte aandachtspanne hoeven zich niet door hele bladzijdes heen te werken. Op elke bladzijde valt wel weer wat te beleven. De ene keer in de vorm van een kort stripje, de andere keer een komisch plaatje of een uitlegposter.

 

Dolf Verroen deed het al in de jaren negentig!

Sinds ik voor dit artikel zo’n 12 graphic novels heb gelezen en me heb ingelezen in de auteurs en hun hoofdpersonen, komt de naam Dolf Verroen steeds weer bij me terug. Misschien ken je hem wel? Hij is een bekende kinderboekenauteur in Nederland en in mijn beleving schreef hij de eerste graphic novel. Zijn boek ‘De verschrikkelijke schoolmeester’ bevat immers ook afwisselend tekst, strips en uitlegplaatjes. Maar goed, zo zullen er ongetwijfeld meer zijn!

 

Bevorderen graphic novels het lezen van de kinderen?

Absoluut. De belangrijkste reden daarvoor is nog wel dat kinderen heel veel plezier beleven bij het lezen van deze boeken. Vraag het een kind van een jaar of 10 en hij of zij zal zo een aantal boeken op kunnen noemen. En niet zelden wordt een deel vaker gelezen, gewoon omdat het zo grappig is. Mocht je dus twijfelen, doe dat niet. Ook deze graphic novels dragen bij aan de leesontwikkeling van je kind.

 

Conclusie

Het succes van de graphic novels zit hem dus deels in de humor, de aanspreekbaarheid van de hoofdpersonen, de herkenbare situaties en de vreselijke overdrijvingen. De afwisseling van tekst en plaatjes maakt dat je als lezer door het boek vliegt en zorgt dat ook minder gretige lezers hiervan kunnen genieten.

 

Meer info:

https://www.graphic-novels.nl/